zondag 1 november 2015

Muziek - Grafische partituur


Doelgroep: Groep 8
Lesinhoud: Muzikaal omgaan met woorden aan de hand van een grafische partituur.
Klankeigenschappen: Klanksterkte, toonduur, toonhoogte


Mijn grafische partituur

Uitleg en verklaring symbolen 


Kort lesidee
Introductie met het volgende filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=Tx1XIm6q4r4
Filmpje kort bespreken. Wat zagen jullie? Wat hoorden jullie? Hoe is dit opgebouwd? Vond je dit leuk?

Laten zien grafische partituur --> Dat kunnen wij ook! Wie zien jullie terug?
Introduceren symbolen --> Wat hoort bij wie? En hoe zeggen we dit dan?
Bespreken hoe je kunt zien dat Hermelien en Perkamentus op verschillende toonhoogtes worden gezegd. Hoe kun je zien dat je Ron harder moet zeggen? (niet heel duidelijk in mijn prachtige tekening..) Vooral Voldemort even doornemen. Wat zie je? Hoe gaan we dit uitvoeren?
Wat betekent het puntje? Stil zijn! Hier doe je niets, behalve doortellen.

Oefenen! Eerst allemaal de lijn van Sneep. Ik tel langzaam en hardop en geef met handgebaren aan wanneer de klas het woord 'Sneep' zegt.
Gaat dit goed? Dan Harry erbij. De klas wordt in tweeën gedeeld. Ik tel weer hardop mee en geef met handgebaren aan wanneer de woorden gezegd worden.
Als derde wordt Ron toegevoegd. Als vierde Hermelien. Als vijfde Perkamentus.
Regelmatig van partij wisselen, anders wordt het saai. Iedereen moet alle partijen kunnen uitvoeren.
Voldemort wordt eerst klassikaal geoefend terwijl ik tel. Daarna pas wordt hij toegevoegd aan de rest.
Als dit redelijk gaat kun je nog even terugkoppelen op het verschil in klanksterkte en toonhoogte, dit vergeten leerlingen vaak vol te houden.

Bovenstaande is al aardig moeilijk, maar om het nog iets leuker/lastiger te maken kun je de volgende dingen nog doen:
- De verschillen in dynamiek heel groot maken, lekker overdrijven
- De verschillen in toonhoogte aanpassen en ook overdrijven (geef bijvoorbeeld Harry en Sneep ook een bepaalde toonhoogte).
- En natuurlijk: Meer lijnen toevoegen! We hebben ook Anderling, Hagrid en Draco nog...



Muziek - Luisteropdracht


Luisterles

Doelgroep: Groep 5

Doel: Ik laat de leerlingen kennis maken met analyserend luisteren naar muziek op basis van klankeigenschappen.

Inhoud: De leerlingen gaan luisteren naar verschillende klankeigenschappen en zelf een betekenis bedenken bij de muziek. Zowel klank als betekenis komen dus aan bod in deze les.

Twee luisterfragmenten:
Moussorgsky - The old castle https://www.youtube.com/watch?v=QSomvC6rwgU
Christopher Tin - Baba Yetu https://www.youtube.com/watch?v=IJiHDmyhE1A


Ik heb twee heel verschillende geluidsfragmenten gekozen, maar geen van beide is popmuziek. Dit heb ik expres gedaan, omdat kinderen tegenwoordig veel sneller met popmuziek in aanraking komen dan met andere stijlen. Ik vind het juist ook heel belangrijk dan kinderen meerdere stijlen muziek leren kennen.

Ik begin met 'Baba Yetu' van Christopher Tin. Deze is van de gekozen twee fragmenten het meest toegankelijk.
Ik vraag de kinderen eens even lekker gemakkelijk te gaan zitten, als de klas het aankan mogen ze van mij zelfs op de grond zitten of liggen. Ik vertel ze dat we eens even heel goed gaan luisteren naar het volgende luisterfragment. Daarbij geef ik ze de opdracht om een verhaal te verzinnen bij wat ze horen. Waar past deze muziek nou echt goed bij? Waar doet het je aan denken?
Ik laat het hele fragment horen en zorg dat de kinderen echt volledig stil zijn en heel aandachtig luisteren. Ik praat niet door de muziek heen maar corrigeer onrust met mijn blik of door erheen te lopen.
Als we het fragment één keer beluisterd hebben, vraag ik wie er een mooi verhaal heeft bedacht bij de muziek. Ik geef een aantal leerlingen de beurt om kort hun verhaal te vertellen. Samen komen we daarna tot de conclusie dat iedereen een ander verhaal heeft bedacht. Ik geef aan dat muziek dus duidelijk voor iedereen een andere betekenis kan hebben.
Ik vertel de kinderen dat we het fragment nogmaals helemaal gaan luisteren. Nu mogen ze gaan luisteren naar en nadenken over de volgende vragen:
-Herken je instrumenten?
-Wat hoor je? Hoge of lage tonen? Korte of lange tonen? Is het hard of zacht? Langzaam of snel? Is er veel afwisseling of is het veel van hetzelfde?
Deze vragen schrijf ik ook kort op het bord, anders wordt het teveel om te onthouden.
Ik zorg ervoor dat het weer helemaal stil blijft in de klas.
Na de tweede keer beluisteren bespreken we de vragen. Ik geef meerdere kinderen de beurt en geef ook mijn eigen opvatting over de muziek. Ik vraag als afsluiter van dit fragment wie de muziek mooi vond.

Dan gaan we door naar luisterfragment nummer twee: 'The old castle' van Modest Moussorgsky.
Ik kondig aan dat we naar iets anders gaan luisteren en vraag de leerlingen te komen staan.
Opdracht: Loop in stilte op deze muziek door het lokaal. Hoe zou je op deze muziek lopen? Als je behoefte hebt om iets anders te doen op deze muziek, bijvoorbeeld even zitten of ergens tegenaan leunen, dan mag dat.
Ik zet het fragment aan en zorg dat het stil blijft in de klas. Ik corrigeer flauw gedrag.
Na afloop van het fragment bespreken we kort wat iedereen deed. Waarom liep je zo? Zag je iemand iets heel anders doen?
Ik vraag de kinderen aan hun tafeltje te gaan zitten. We gaan het fragment nog een tweede keer luisteren. Ik geef de kinderen de opdracht om over de volgende vragen na te gaan denken:
-Welk verhaal past bij deze muziek?
-Kun je een emotie bedenken die past bij deze muziek? Vrolijk/boos/bang/verdrietig/enz.?
-Herken je instrumenten?
-Wat hoor je? Hoge of lage tonen? Korte of lange tonen? Is het hard of zacht? Langzaam of snel? Is er veel afwisseling of is het veel van hetzelfde?
Deze vragen schrijf ik ook weer kort op het bord.
Na afloop van de muziek bespreken we deze vragen. Meerdere kinderen krijgen weer de beurt en ik geef de kinderen ook de kans op elkaar te reageren. Ook hier vraag ik weer wie de muziek mooi vond.

Beeldend - Lesvoorbereiding



Les: Schilder een park in de herfst
Groep: 5/6

Voorbereiding
De kinderen gaan een park met herfstkleuren schilderen.
Een week eerder heb ik de kinderen opdracht gegeven een park te bezoeken en een paar mooie herfstige bladeren mee te nemen uit het park. Deze bladeren hebben ze deze les bij zich.
Doel: Aan het eind van de les hebben de leerlingen zelfstandig met plakkaatverf een schilderij gemaakt met daarop meerdere bomen. Aan de kleuren is te zien dat het park in herfstsferen verkeert.

Organisatie
Ik zorg dat er van tevoren genoeg vellen papier, potjes met water, kwasten en bakjes met meerdere kleuren verf klaarstaan.
Zodra de kinderen aan het werk mogen, deel ik de verf uit. Ik wijs een paar leerlingen aan die me helpen met het uitdelen van de potjes water, kwasten en vellen papier.

Oriëntatie
Introductie
Ik laat een afbeelding van een park in herfstsferen zien op het digibord. Ik vraag de kinderen wie er in het park is geweest. Daarna vraag ik ze hun verzamelde bladeren erbij te pakken. Gezamenlijk bekijken we alle bladeren. Welke kleuren zien we? Wat is het verschil met deze bladeren en degene die in de zomer aan de bomen hangen?
Dan kijken we weer naar de afbeelding op het digibord. Welke kleuren zien we hier? Hoeveel bomen zien jullie?

Informatie
Ik leg de leerlingen uit wat ze vandaag gaan maken: Een schilderij van een park in de herfst. Ik vertel dat ze in ieder geval een paar bomen moeten schilderen en dat ze gebruik moeten maken van verschillende kleuren. Verder mogen ze helemaal zelf weten wat er nog meer allemaal in het park is of gebeurt.

Instructie
Voordat ik de materialen uitdeel, licht ik kort toe hoe ze hiermee gaan werken:
-Verf kan je mengen om meer verschillende kleuren te krijgen
-Gebruik verschillende diktes kwasten
-Spoel je kwast uit in het water en droog hem weer af voordat je hem in een andere kleur doopt

Uitvoering
Terwijl de leerlingen aan het schilderen zijn, loop ik rond om te helpen.
Ik verwacht dat de leerlingen hulp nodig hebben bij het maken van verschillende kleuren door te mengen en bij het gebruiken van verschillende kleuren in één oppervlak.

Nabeschouwing
Wanneer een leerling klaar is, haal ik het schilderij op en leg deze op een veilige plek om te drogen. De leerlingen blijven aan hun tafeltje zitten en gaan bijvoorbeeld lezen.
Als alle leerlingen klaar zijn gaan we de opdracht nog even kort nabespreken.

Evaluatie
Ik praat kort met de kinderen over de opdracht. Hoe vonden ze het om dit te maken met verf? Zou het makkelijker of moeilijker zijn met potloden? Hebben ze zelf nog andere leuke ideeën omtrent de herfst? Is er iemand die wil vertellen wat hij gemaakt heeft? Is er iemand die heel graag zijn schilderij wil laten zien? Is er iemand die wil vertellen wat hij moeilijk vond?





Beeldend - Wachtend persoon


Opdracht: Maak van klei een wachtend persoon

Betekenis
Toen we deze opdracht kregen ben ik eens goed na gaan denken. Hoe sta of zit ik erbij als ik moet wachten? Ik kwam tot de conclusie dat ik het liefst ga zitten als ik moet wachten, maar dat het heel erg afhangt van de situatie waarin je moet wachten. Bij de dokter in de wachtkamer ga je automatisch zitten, daar blijf je niet zo snel staan. Maar als je op de bus staat te wachten blijf je eerder staan, dan ga je niet zo snel op de stoep zitten. 

Vorm
Het beeld is 3D. Je kunt het dus van alle kanten bekijken en van alle kanten hoort het er dan realistisch uit te zien. Omdat ik alleen klei gebruikt heb, is er geen verschil in kleur of licht-donker. 

Materie
Ik heb het volgende materiaal gebruikt:
-Houtskool en papier voor de schets
-Chamotteklei
-Water
-Spatels
-Plank om op te werken

Ik vind klei ontzettend moeilijk materiaal. Het doet nooit wat ik wil dat het doet. 
Ik miste een kleiner spatelachtig iets, om nog kleinere stukjes mee weg te schrapen. 

Beschouwing
Hieronder vind je een paar afbeeldingen die ik gebruikt heb bij het kiezen van een houding om te gaan kleien. 
In principe was ik van plan om de derde na te gaan maken. Ik vind dit namelijk een heel mooi beeld en ook een mooie houding, lekker basic. 

Bron: http://marccortez.com/2012/12/17/forced-to-wait-an-advent-reflection/
Bron: https://jimpruitt.wordpress.com/tag/waiting-on-god/

Bron: http://blog.christianconnection.com/do-men-wait-on-god-too/

Werkwijze
De laatste keer dat ik iets van klei gemaakt heb is waarschijnlijk op de basisschool geweest. Lang geleden dus. Zoals ik eerder al schreef vind ik klei zeer moeilijk materiaal. Ik krijg het gewoon niet voor elkaar om mijn handen te laten maken wat ik in mijn hoofd zie. 

Onderzoek
Mijn plan was om de derde afbeelding na te gaan maken. Ik had hier schetsen van gemaakt en was begonnen met het maken van een bankje. Toen ik dit na een minuut of twintig nog steeds niet voor elkaar had, heb ik het idee verworpen. In plaats van een bankje maakte ik een soort brede, stenen paal. Daar tegenaan zou ik dan een zittende vrouw gaan maken. 






Na een bijzonder lange tijd had ik dit resultaat. Er is een persoon zichtbaar, met één arm liggend op de grond en de ander liggend op de schoot.
Er zijn nog geen benen zichtbaar.




Hier zie je het beeld van de zijkant. De persoon leunt tegen het paaltje en laat zijn hoofd hangen.




Bovenaanzicht
Dit is het eindresultaat.
Het is nu duidelijk dat het om een vrouw gaat. Ze draagt namelijk een rok. Onder de rok komen haar voeten vandaan.








Achteraanzicht





Zijaanzicht




Vooraanzicht 







Wat vind ik geslaagd?
Ik ben ontzettend blij dat ik het voor elkaar gekregen heb iets te maken. Vaak leidt zo'n opdracht er bij mij toe dat ik er uren aan bezig ben en vervolgens nog steeds niets heb. 

Wat kan beter?
De persoon klopt niet qua verhoudingen. Ze is veel te dun en haar bovenlijf is ook wel erg kort. 
Haar armen hadden duidelijker gekund.
De rok had meer structuur moeten hebben om echt duidelijk te maken dat het een rok is. 









Beeldend - Monster van Loch Ness


Opdracht: Teken een monster van Loch Ness

Betekenis
Ik ben meerdere keren in Schotland en ook twee keer bij Loch Ness geweest. Ik moest dus meteen denken aan een groot meer omgeven door bergen, met daarin een draakachtig monster. Als ik aan een eng monster denk, denk ik aan iets met een hoop vieze schubben en scherpe stekels en tanden. 

Vorm
Ik heb geprobeerd zo min mogelijk ronde vormen te gebruiken, maar allemaal hoekige en rechte lijnen. Ook heb ik verschil in licht en donker gebruikt om contrast aan te geven tussen het monster, de zee en de bergen. 

Materie
Ik heb de volgende materialen gebruikt:
-Potlood en gum
-Kroontjespen
-Oost-Indische inkt
-Water
-Penseel

Ik vond dit materiaal prima passen bij de opdracht. Ik heb geen behoefte gehad aan ander materiaal. 

Beschouwing
Hieronder vind je een paar afbeeldingen die ik gebruikt heb om tot een goed beeld van een echt angstaanjagend monster te komen. De eerste heb ik als voorbeeld gebruikt bij mijn eigen monster.


Bron: http://blogs.isbreda.com/10036/page/2/

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=w5gbj3XMu_g
Bron: http://chiroookami.deviantart.com/art/Sea-Dragon-19188555

Werkwijze
Ik heb al weleens vaker met een kroontjespen en inkt gewerkt. Niet echt veel getekend, maar wel geschreven. Ik wist dus ongeveer wat ik met zo'n pen en de inkt aan moest.
Wat ik nieuw ontdekt heb is het opvullen van iets door heel snel allemaal hele kleine streepjes te zetten. Zo kun je zelf beslissen hoe vol het wordt en ziet het er niet te 'getekend' uit. 

Onderzoek



Ik ben begonnen met het maken van een schets. Hier heb ik de bergen, de kustlijn, het water en het monster geschetst.




Daarna ben ik mijn schets over gaan trekken. Ik ben begonnen met het monster.




Na het monster ben ik verder gegaan met het overtrekken van de bergen en het water. Bij de meest rechtse berg ging het een beetje fout: Er viel een grote druppel inkt op. Dit heb ik opgelost door deze berg helemaal donker te maken.




Toen alles opgevuld was, vond ik het geheel nog iets te lief en te licht. Daarom heb ik de lucht ook opgevuld. Dit heb ik gedaan met een penseel, weinig inkt en water. 





Wat vind ik geslaagd?
Ik vind mijn monster er best eng uitzien! Ook de bergen vind ik goed gelukt. Ik ben blij dat je kunt zien dat het water is, dus ook dat vind ik best goed gelukt. 

Wat kan beter?
De staart lijkt niet echt bij het monster te horen, omdat de nek een andere richting het water in gaat. 
Het geheel vind ik eigenlij nog te licht. Alles een stuk donkerder zou nog enger zijn. 








Beeldend - Stadspark in herfstsferen


Opdracht: Schilder een stadspark in herfstsferen

Betekenis
Ik hou van de herfst. Ik mis vaak de zon die alles buiten een beetje opfleurt, maar de prachtige kleuren die de herfst tevoorschijn tovert maken alles goed. Afgelopen zomervakantie ben ik in meerdere stadsparken in London geweest. Ik vond het heerlijk om hier rond te lopen of 's avonds neer te ploffen om te eten. Zodra we deze opdracht kregen, moest ik gelijk denken aan de prachtige parken daar. Hoe zouden die er in de herfst uitzien? 

Vorm
In mijn schilderij heb ik geprobeerd diepte te creëren. Dit heb ik gedaan door de bomen in verschillende groottes te schilderen en elkaar te laten overlappen. Ook heb ik geprobeerd te laten zien waar het licht valt in de rivier, door lichtere stukken erin te maken. 

Materie
Ik heb gebruik gemaakt van de volgende materialen:
-Potlood en gum (voor het maken van de schets)
-Plakkaatverf
-Kwasten
-Satéprikker
-Water

De kwasten die ik gebruikt heb waren vrij dik. Ik miste af en toe een wat dunner kwastje voor de details. Als oplossing heb ik daarvoor een satéprikker gebruikt, al werkte dit lang niet zo goed. 

Beschouwing
Hieronder vind je 5 afbeeldingen die ik gebruikt heb om inspiratie uit te halen. Uiteindelijk heb ik de laatste van de 5 gekozen om na te schilderen. 
Bron: http://www.lovethesepics.com/2013/10/american-the-beautiful-in-autumn-peak-fall-foliage-dates-for-48-states-50-pics/ 
Bron: http://now-here-this.timeout.com/2014/10/01/78-wonderful-things-happening-in-london-this-october/
Bron: http://bonvoyagelauren.com/my-5-favorite-places-to-enjoy-autumn-in-london/
Bron: http://travel.nationalgeographic.com/travel/365-photos/autumn-hyde-park-london-england/
Bron: https://www.flickr.com/photos/nolaoire/6518250211

Werkwijze
Ik schilder zelden, dus ik ben niet bepaald bekend met het materiaal en had eigenlijk geen idee hoe ik het moest gaan doen. Uiteindelijk ben ik maar gewoon begonnen en gaandeweg kwam ik best op wat ideeën omtrent de techniek. Zo kwam ik erachter dat je met behulp van water goed kleurverschillen kan maken en dat je door hele lichte afdrukken met je kwast te maken een soort kleine, maar mooie ongelijke stipjes kan maken. Dit laatste is goed te zien in de ingezoomde foto van de boom. 

Onderzoek











Ik ben begonnen met het maken van een schets met potlood. Ik heb voornamelijk de positie van de brug en de grenzen van de rivier getekend. Ook heb ik schematisch de bomen weergeven. 












Toen ben ik de schets op gaan vullen met kleur. Ik heb eerst alles met basiskleuren geverfd en daarna heb ik contrasten aangebracht. Hiervoor heb ik veel verschillende kleuren groen, bruin en rood gemaakt door de verf te mengen. Op bovenstaande foto is al te zien hoe ik in het midden het water lichter heb gemaakt, om te laten zien dat daar het licht valt. 













Op deze foto zie je een boom van dichtbij. Ik heb meerdere kleuren gebruikt om een zo realistisch mogelijke boom te maken. Ik heb ervoor gezorgd dat je de takken nog door het groen heen kunt zien. Ook de rode boom die erachter staat kun je een beetje door de groene boom heen zien. 












Het eindresultaat.

Wat vind ik geslaagd?
Ik vind het laten zien van diepte redelijk goed gelukt. Ook de twee bomen aan de rechterkant (de rode en de groene ervoor) vind ik goed gelukt. 

Wat kan beter?
Ik zie ontzettend veel dingen die beter zouden kunnen:
-De kleur van de rivier is op de foto ook bruin, maar mijn bruin is wel heel bruin..
-Er is weinig detail, omdat ik geen kleine penselen had
-Het bruggetje is te plat, het lijkt meer op een hek
-De bomen zijn allemaal te rond
-De kleuren passen niet zo goed bij elkaar en zijn niet herfstachtig genoeg, zeker het lichte groen niet
-Het trappetje van rotsblokken aan de linkerkant is niet herkenbaar als een trappetje van rotsblokken




Muziek - Lesvoorbereiding lied instuderen


Lied: 'Heks in de straat' van Chris Winsemius (Haverkort, F., van der Lei, R., Noordam, L. (2009) Eigen-wijs.)
Doelgroep: Bovenbouw (groep 5/6/7/8)
Doel: Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen zelfstandig het lied op toon en met de juiste tekst zingen.



Oriëntatie
Ik open de les met een energizer, toegespitst op het onderwerp van het liedje.
-Ik leer de klas drie bewegingen/geluiden aan:
1 = heksje met wandelstok nadoen en trillerig geluid maken
2 = 'hiehaa' roepen als een heks met de handen in de lucht
3 = lachen als een heks 

-Ik noem een getal, de klas reageert zo snel mogelijk met de juiste beweging.

-Na dit een minuut of 2 gedaan te hebben, vraag ik de klas te gaan zitten. Ik vertel ze dat er nog meer heksen zijn deze les...

Uitleg / instructie
Lied aanleren
-Ik ga het lied helemaal voorzingen. Vooraf vraag ik de kinderen goed te luisteren naar de tekst van het lied. Ik stel de volgende vraag: Wat doet deze heks allemaal? 
(Vele antwoorden mogelijk: Ze jaagt de stuipen op je lijf, ze jaagt op kleine kinderen, ze staat om de hoek/op het dak/bij de deur, ze wordt blauw/groen/paars/vermiljoen, ze tovert iedereen om.)

-Ik vertel de kinderen dat dit lied uit twee soorten stukjes bestaat, namelijk het couplet en het refrein. Ik licht even kort toe wat dit inhoudt. Dan vertel ik de kinderen dat er in dit lied drie coupletten voorkomen. Ik ga het lied nogmaals voorzingen. Opdracht: Steek 1 vinger in de lucht als couplet 1 aan de beurt is, 2 vingers bij couplet 2 en 3 vingers bij couplet 3. Steek allebei je handen in de lucht als het refrein gezongen wordt. 

-Ik bespreek kort of ik de juiste vingers in de lucht heb gezien.

-Ik kondig aan dat ik even alleen het refrein ga zingen. Luister goed: Welke kleuren wordt de heks? (Antwoord: Blauw, groen, paars en vermiljoen). Ik leg even kort uit welke kleur vermiljoen is. 

-Dan vraag ik de kinderen de tweede zin te zingen. Ik zing 'Dan wordt ... vermiljoen', de kinderen zingen 'Ze tovert ... aan te doen'. Dit doen we drie keer. Daarna vraag ik de kinderen de eerste zin van het refrein ook mee te zingen. Dit doen we ook een keer of drie. Ze kunnen nu het hele refrein meezingen. 

-Daarna ga ik de coupletten aanleren. Ik teken op het bord drie keer twee afbeeldingen: Een schrikkend poppetje en een hoekige pijl, een groepje kleine kinderen en een dak en zeven kikkertjes en een deur. Hierbij schrijf ik de getallen 1, 2 en 3 en ik leg uit dat dit geheugensteuntjes zijn voor het leren van de tekst. 

-Ik zing het hele lied nogmaals voor en nodig de kinderen uit het refrein mee te zingen. Opdracht is om bij de coupletten op het bord mee te kijken, snap je de tekeningen? 

-Aanleren: Ik zing 'Er woont een heks in de straat', de kinderen zingen 'Ze jaagt ... 's avonds laat'. Daarna zing ik 'Dus wees ... je praat' en antwoorden de kinderen met 'Ze staat ... ze kwaad'. Na elk couplet volgt het refrein, die de kinderen ondertussen al mee kunnen zingen.
In couplet 2 en couplet 3 zijn de zinnen hetzelfde verdeeld. 
Na alle coupletten zo doorgenomen te hebben, herhalen we stukjes die nog niet zo goed gingen. Eventueel leer ik de melodie juist aan door voor- en nazingen. 

-We zingen gezamenlijk het lied een keer helemaal. De rollen zijn nu omgekeerd; De kinderen zingen in het couplet de zinnen die ik eerst zong. 

-Daarna vraag ik de kinderen of ze het hele lied al denken te kennen. Ja? Laat maar eens horen dan! We zingen gezamenlijk het hele lied. 


Afsluiting
-Ik geef de kinderen complimenten over de dingen die ze goed gedaan hebben

-Als er nog dingen zijn die beter kunnen, noem ik er daar één of twee van. Hier kunnen we bij de laatste keer zingen nog aan werken. 

-Ik nodig de kinderen uit allemaal te komen staan en het lied nog één laatste keer met volle overtuiging te zingen als afsluiting.

-Zijn de kinderen helemaal opgefokt? Dan doe ik de energizer van het begin nogmaals, maar nu met een toegevoegde nummer 4: Een moe heksje wat zuchtend op zijn stoel gaat zitten. Na een aantal keer een nummer genoemd te hebben, komt nummer 4. De kinderen gaan zitten met een diepe zucht, ik zucht met ze mee en zorg dat iedereen stil is. Als het rustig is geef ik nogmaals een compliment. Tijd voor de volgende les!



Bij de kern is de kolom waar staat wat de leerlingen doen leeg, omdat dit heel erg ging verspringen en absoluut niet meer te zien was wat ze waar moesten doen. 
Kortweg komt het hier op neer:
-Als ik iets vertel of voorzing, luisteren de leerlingen
-Als ik een opdracht geef, luisteren de leerlingen
-Als we een opdracht bespreken, denken de leerlingen mee en geven ze antwoord
-Bij het aanleren en om en om zingen, luisteren de leerlingen naar mij en zingen ze hun eigen zinnen