zondag 1 november 2015

Muziek - Lesvoorbereiding lied instuderen


Lied: 'Heks in de straat' van Chris Winsemius (Haverkort, F., van der Lei, R., Noordam, L. (2009) Eigen-wijs.)
Doelgroep: Bovenbouw (groep 5/6/7/8)
Doel: Aan het eind van deze les kunnen de leerlingen zelfstandig het lied op toon en met de juiste tekst zingen.



Oriëntatie
Ik open de les met een energizer, toegespitst op het onderwerp van het liedje.
-Ik leer de klas drie bewegingen/geluiden aan:
1 = heksje met wandelstok nadoen en trillerig geluid maken
2 = 'hiehaa' roepen als een heks met de handen in de lucht
3 = lachen als een heks 

-Ik noem een getal, de klas reageert zo snel mogelijk met de juiste beweging.

-Na dit een minuut of 2 gedaan te hebben, vraag ik de klas te gaan zitten. Ik vertel ze dat er nog meer heksen zijn deze les...

Uitleg / instructie
Lied aanleren
-Ik ga het lied helemaal voorzingen. Vooraf vraag ik de kinderen goed te luisteren naar de tekst van het lied. Ik stel de volgende vraag: Wat doet deze heks allemaal? 
(Vele antwoorden mogelijk: Ze jaagt de stuipen op je lijf, ze jaagt op kleine kinderen, ze staat om de hoek/op het dak/bij de deur, ze wordt blauw/groen/paars/vermiljoen, ze tovert iedereen om.)

-Ik vertel de kinderen dat dit lied uit twee soorten stukjes bestaat, namelijk het couplet en het refrein. Ik licht even kort toe wat dit inhoudt. Dan vertel ik de kinderen dat er in dit lied drie coupletten voorkomen. Ik ga het lied nogmaals voorzingen. Opdracht: Steek 1 vinger in de lucht als couplet 1 aan de beurt is, 2 vingers bij couplet 2 en 3 vingers bij couplet 3. Steek allebei je handen in de lucht als het refrein gezongen wordt. 

-Ik bespreek kort of ik de juiste vingers in de lucht heb gezien.

-Ik kondig aan dat ik even alleen het refrein ga zingen. Luister goed: Welke kleuren wordt de heks? (Antwoord: Blauw, groen, paars en vermiljoen). Ik leg even kort uit welke kleur vermiljoen is. 

-Dan vraag ik de kinderen de tweede zin te zingen. Ik zing 'Dan wordt ... vermiljoen', de kinderen zingen 'Ze tovert ... aan te doen'. Dit doen we drie keer. Daarna vraag ik de kinderen de eerste zin van het refrein ook mee te zingen. Dit doen we ook een keer of drie. Ze kunnen nu het hele refrein meezingen. 

-Daarna ga ik de coupletten aanleren. Ik teken op het bord drie keer twee afbeeldingen: Een schrikkend poppetje en een hoekige pijl, een groepje kleine kinderen en een dak en zeven kikkertjes en een deur. Hierbij schrijf ik de getallen 1, 2 en 3 en ik leg uit dat dit geheugensteuntjes zijn voor het leren van de tekst. 

-Ik zing het hele lied nogmaals voor en nodig de kinderen uit het refrein mee te zingen. Opdracht is om bij de coupletten op het bord mee te kijken, snap je de tekeningen? 

-Aanleren: Ik zing 'Er woont een heks in de straat', de kinderen zingen 'Ze jaagt ... 's avonds laat'. Daarna zing ik 'Dus wees ... je praat' en antwoorden de kinderen met 'Ze staat ... ze kwaad'. Na elk couplet volgt het refrein, die de kinderen ondertussen al mee kunnen zingen.
In couplet 2 en couplet 3 zijn de zinnen hetzelfde verdeeld. 
Na alle coupletten zo doorgenomen te hebben, herhalen we stukjes die nog niet zo goed gingen. Eventueel leer ik de melodie juist aan door voor- en nazingen. 

-We zingen gezamenlijk het lied een keer helemaal. De rollen zijn nu omgekeerd; De kinderen zingen in het couplet de zinnen die ik eerst zong. 

-Daarna vraag ik de kinderen of ze het hele lied al denken te kennen. Ja? Laat maar eens horen dan! We zingen gezamenlijk het hele lied. 


Afsluiting
-Ik geef de kinderen complimenten over de dingen die ze goed gedaan hebben

-Als er nog dingen zijn die beter kunnen, noem ik er daar één of twee van. Hier kunnen we bij de laatste keer zingen nog aan werken. 

-Ik nodig de kinderen uit allemaal te komen staan en het lied nog één laatste keer met volle overtuiging te zingen als afsluiting.

-Zijn de kinderen helemaal opgefokt? Dan doe ik de energizer van het begin nogmaals, maar nu met een toegevoegde nummer 4: Een moe heksje wat zuchtend op zijn stoel gaat zitten. Na een aantal keer een nummer genoemd te hebben, komt nummer 4. De kinderen gaan zitten met een diepe zucht, ik zucht met ze mee en zorg dat iedereen stil is. Als het rustig is geef ik nogmaals een compliment. Tijd voor de volgende les!



Bij de kern is de kolom waar staat wat de leerlingen doen leeg, omdat dit heel erg ging verspringen en absoluut niet meer te zien was wat ze waar moesten doen. 
Kortweg komt het hier op neer:
-Als ik iets vertel of voorzing, luisteren de leerlingen
-Als ik een opdracht geef, luisteren de leerlingen
-Als we een opdracht bespreken, denken de leerlingen mee en geven ze antwoord
-Bij het aanleren en om en om zingen, luisteren de leerlingen naar mij en zingen ze hun eigen zinnen

1 opmerking:

  1. Leuke les maar heb je soms heel de tekst van het liedje ergens? Dit zou ik graag gebruiken.

    BeantwoordenVerwijderen